LET OP!!

DIT ARTIKEL IS VOORLOPIG ALLEEN VOOR INTERN GEBRUIK!

ER STAAN NOG KLANTSPECIFIEKE VOORBEELDEN IN, DIE AANGEPAST MOETEN WORDEN VOORDAT WE HET NAAR ANDERE KLANTEN KUNNEN GEBRUIKEN


In Bake-it kunnen orders worden verstuurd van Bake-it A naar Bake-it B.

Er zijn twee onderdelen die nieuw kunnen zijn in een order:

  1. een nieuw artikel
  2. een nieuwe klant

 

Deze gegevens dienen goed naar elkaar gecommuniceerd te worden en in beide Bake-it’s aangemaakt te worden.

Omdat de nummers van artikelen en klanten bij de verschillende Bake-it gebruikers anders (kunnen) zijn, maken we gebruik van een koppeltabel.

In een koppeltabel kun je aangeven welk artikel- of klantnummer in Bake-it A hoort bij Bake-it B.

 

Ga daarvoor naar Diverse – Externe koppelingen – Koppelingen Basis.

 

 

Onderstaand venster verschijnt:

In Bake-it A:

 

 

In Bake-it B:

 

 

 

Nieuw artikel:

Als er een nieuw artikel in het assortiment is, dan moet dat artikel eerst aangemaakt worden in het artikelbestand van bij de leverende bakker (met alle instellingen die voor dat artikel nodig zijn).

Als het artikel eenmaal bestaat kan het gekoppeld worden aan het nummer van de leverende bakker.

 

Open de koppeling en maak een nieuwe regel aan.

Het artikelbestand wordt geopend, selecteer hier het nieuw aangemaakte artikel.

Onderstaand venster verschijnt:

 

 

Vul een subcode in.

Bij “Extern koppel nummer” vul je het nummer van ontvangende bakker in.

LET OP: hier moet het artikelnummer EN het subcodenummer worden ingevuld!! Zonder punt!

Dus als het een standaard artikel is, dan komen er 3 nullen achter het artikelnummer te staan.

Heeft het betreffende artikel een subcode, dan moet deze ook ingevuld worden. (maar zonder een punt tussen het artikelnummer en het subcodenummer)

 

In de koppeling van de ontvangende bakker moet het artikel ook worden toegevoegd aan de koppeling.

Ook hier moet het artikel en de subcode worden gekozen en bij het “Extern koppel nummer” het artikelnummer + subcodenummer (zonder punt!!) worden ingevuld.

 

Nieuwe klant:

Een nieuwe klant (afleveradres) moet eerst aangemaakt worden bij de Afleveradressen, met alle instellingen die voor die klant nodig zijn.

Ga daarna naar Koppelingen Basis – tabblad Afleveradres

 

 

Maak een nieuwe regel aan.

Het afleveradres overzicht wordt geopend, selecteer hier de juiste klant.

Onderstaand venster verschijnt:

 

 

De instelling “Levering” kan leeg gelaten worden.

Bij “Extern koppel nummer” moet het klantnummer van de leverende bakker worden ingevuld.

 

 

Het exporteren

Ga naar Diverse – Externe koppelingen – Bake-it – Exporteer orders (CSV)

 

 

Onderstaand venster verschijnt:

 

 

De datum staat standaard op de dag van morgen.

Is er eenmaal een koppeltabel gekozen, dan wordt deze onthouden.

“Nummer voor bulk” kan leeg gelaten worden.

En de “Export folder” wordt ook onthouden.


(Exporteren op afhaal winkelfiliaal, Vinkje aan kijkt naar het afleveradres, welke gekoppeld is aan de winkel locatie.

Geen afleveradres aan de winkel locatie of niet in de koppeltabel betekend BULK.

Geen winkel locatie gekoppeld, betekend geen export.

Staat het vinkje uit, wordt er gekeken naar het afleveradres van de order.

In beide gevallen, moet het afleveradres waar naar gekeken wordt in de koppeltabel staan.)

 

Druk op “Exporteren”

Na de melding…

 

…..staat het bestand klaar om verstuurd te worden.

 

Dit bestand dient voorlopig nog per mail verstuurd te worden (er is geen mogelijkheid om dit automatisch te doen).

 

Het importeren.

Als de mail met het bestand is aangekomen, dan moet het bijgevoegde bestand opgeslagen worden in een map die in Bake-it wordt aangewezen.

 

Ga naar Diverse – Externe koppelingen – Bake-it – Importeer orders (CSV)

Onderstaand venster verschijnt:

 

 

Bij “Lokaal bestand” wijs je het bestand aan wat net is opgeslagen.

Bij “Koppeltabel” wijs je eenmalig de juiste koppeling aan. Dit wordt onthouden.

Standaard staat de instelling “Importwijze bestaande orders” op “Aantallen overschrijven”

 

Hierdoor worden alle aanpassingen in een al eerder geïmporteerde order doorgevoerd (plus en min).

Als de instelling staat op “Aantallen optellen”, dan worden de aantallen uit het bestand opgeteld bij een al bestaande order. Deze instelling moet dus op “Aantallen overschrijven” blijven staan.

 

Druk daarna op “Importeren”.

Onderstaand venster verschijnt: druk op Ja

 

 

Daarna verschijnt na het importeren dit venster:

 

 

(het aantal orderregels zal per dag verschillen)

 

De orders zijn geïmporteerd.


Zou je de orders willen importeren van een FTP server, dan moet in de Bake-it.ini de onderstaande informatie ingevuld worden.


[ImportOrdersCSV]

ImportFile=~

ID_DBKop=

ImportWijzeBestaandeOrders=0

FtpServer=

FtpLogin=

FtpPassword=

FtpPath=

PassiveFTPCheckbox=TRUE

FTPImportFiles=Import\FTP\


En laat je het lokaal bestand leeg.



Na de import worden de CSV bestanden zonder fouten/waarschuwingen opgeslagen in c:\Program Files\Bake-it\Import\CSVOrders\Geschiedenis\


De CSV bestanden met fouten/waarschuwingen, blijven staan onder c:\Program Files\Bake-it\Import\FTP\


Bijgeleverd 2 voorbeelden van een CSV bestand welke te importeren is, het bestand 2021-02-04-2083-export.csv is een bakkers aan huis bestand.



Import definitie:

// 1. Check of het afleveradres van de order voorkomt in de koppeltabel

// - Zo ja, sla de artikelen uit deze order welke voorkomen in de koppeltabel op in een array

// - Zo nee, ga naar stap 2

// 2. Check of de order een afhaallocatie heeft

// - Zo ja, kijk of de locatie een afleveradres heeft en of deze voorkomt in de koppeltabel

// - Zo ja, sla de artikelen uit deze order welke voorkomen in de koppeltabel op in een array

// - Zo nee, ga naar stap 3

// - Zo nee, ga naar stap 3

// 3. Als alle bovenstaande niet waar is stop alle artikelen welke in deze order staan en voorkomen in de koppeltabel in de bulk array 


De aantallen die in BULK worden weggeschreven, zijn de aantallen van de afleveradressen die niet gekoppeld zijn via een koppeltabel.